De vrouw van Tom was onlangs vertrokken en wilde scheiden. Ze probeerden het ‘prettig te regelen’. Maar er was nogal wat irritatie ontstaan door hun huwelijksvoorwaarden, want Tom bleek daardoor een deel van zijn vermogen aan Julia te moeten afstaan. Het ging vooral over hun vakantiehuis in Zeeland en een paar verhuurde woningen.
Zonder huwelijksvoorwaarden ben je gewoon in gemeenschap van goederen getrouwd en allebei eigenaar van het gezamenlijke vermogen. Dat het voor hem zo slecht uitpakte, kon er bij Tom maar niet in. Toen hij zijn eerste onderneming verkocht, waren ze op zoek gegaan naar een vakantiehuis in Zeeland. Daarna had hij een paar huizen gekocht voor de verhuur. Tom had de huizen betaald, maar op naam van Julia gezet. De huizen waren dus haar juridische eigendom. Volgens zijn adviseur zou dit voorkómen dat bij een faillissement van zijn nieuwe onderneming de huizen gevaar zouden lopen. Tot zover akkoord. Maar Tom begreep nu dat hij geen recht had op vergoeding van de waarde, zelfs niet op vergoeding van de door hem betaalde koopprijs. Reden: volgens de advocaat van Julia waren de huizen bedoeld om haar verzorgd achter te laten. En dat heeft consequenties, zo heeft de Hoge Raad beslist.
Dat Julia inmiddels vermogen had geërfd van haar ouders en nu een parttimebaan had, deed er niet toe. Ook zij was verrast; per saldo zou ze met een groter vermogen eindigen dan Tom. Zij stemde daarom in met ons idee om de huwelijksvoorwaarden alsnog om te zetten in een gemeenschap van goederen. Na verdeling daarvan vond Julia dat het evenwicht was hersteld, zodat dat bij hun huwelijk hoorde. Tom kon deze buitengewoon elegante geste van Julia vanzelfsprekend zeer waarderen.
Als u vragen heeft, kunt u contact opnemen met Van der Loeff familierecht en erfrecht.
10 april 2019