Je hoopt altijd op een rechtvaardige uitkomst van een zaak. Dat lukt alleen niet altijd. Een van de oorzaken: geen bewijs. In familiezaken zoals echtscheidingen gaat alles in goede tijden in goed vertrouwen. Dus afspraken zijn mondeling en bonnetjes en financiële documenten worden vaak niet bewaard. Maar gebrek aan bewijs kan het moeilijk maken als de onderlinge verhouding zo is verslechterd, dat het niet meer “allen voor één”, maar “ieder voor zich” is. Wat voorbeelden: de man kan na vele jaren huwelijk niet meer bewijzen, dat hij vóór het huwelijk privévermogen had en is dat privévermogen kwijt bij de scheiding. Of de vrouw kan niet bewijzen, dat de man zwart werkt en dus best zichzelf kan onderhouden. Of de man kan niet bewijzen, dat zijn ex-vrouw ondertussen samenwoont en moet dus alimentatie blijven betalen. Recent weer zo’n voorbeeld: op vakantie leert René Maria kennen. Ze zijn pas kort getrouwd als Maria aan René vertelt dat ze alleen is getrouwd om in Nederland te wonen. Ze vraagt de scheiding aan, wil alimentatie èn het huurrecht van de woning, ook al woont René er al 10 jaar. Hij betaalt een vrij lage huur en heeft zijn sociale leven in de buurt, dus hij krijgt het benauwd. Maria heeft in het buitenland altijd gewerkt, maar dat kan René niet bewijzen. In Nederland was ze aan een studie begonnen, had een kleine onderneming opgezet, die op papier nog verlies maakt en werkte zwart – ook niet te bewijzen. Maria zegt dat ze geen inkomen heeft. Met spanning wachten we de beslissing van de
rechter af. René moet wel alimentatie betalen, maar gelukkig alleen voor de helft van de duur van het huwelijk. Het huis mag hij houden – en dat was het voornaamste.