De Fransman die voor mij stond, was op Koninginnedag 2010 in Nederland op vakantie toen hij zijn huidige vrouw Roos ontmoette. Sindsdien had hij een zwak voor deze Nederlandse feestdag. Helaas was de relatie niet zo tijdsbestendig als ons Oranjefeest. Jean en Roos woonden nu apart. Hij in Beaune en zij in Amsterdam. Hij was alleen even terug om zijn spullen op te halen en de rest te regelen.
Kinderen hadden ze niet; daarvoor was er teveel onrust in hun leven, zei hij. Hij was met zijn wijnhandel altijd onderweg en zij was als schooldirecteur juist altijd in Nederland. Ze hadden alleen nog een verschil van mening over het verdelen van de spullen, althans dat dacht hij. Het bleek dat ze zich nooit hadden gerealiseerd hoe gecompliceerd de gevolgen
van een internationaal huwelijk kunnen zijn.
Dat ze een Nederlandse gemeenschap van goederen hadden, was geen fijne verrassing voor hem; zijn wijnhandel verdelen? Hoe verzon ik het! Als hij dat had geweten… Gelukkig dacht Roos er ook zo over. Zij had een grote erfenis gekregen, waaronder haar ouderlijk huis en een vakantiehuis en was daar stiktevreden mee. De wijnhandel mocht Jean houden. Eigenlijk had zij wel recht op een deel van de waarde daarvan, maar dat zou voor Jean een behoorlijke aderlating betekenen. Dat vond ze niet redelijk, want zij had het niet nodig.
Alleen: de fiscus ziet het als een schenking, als een gemeenschap ongelijk verdeeld wordt. Het had wat voeten in de aarde, maar de verdeling kon door hun welwillende opstelling uiteindelijk zonder al teveel extra belasting geregeld worden.
Clasien van de Pas-Rutgers van der Loeff
22 oktober 2021