Wist u dat 43% van de kinderen, die in 2014 zijn geboren, ongehuwde ouders hebben? Ook in mijn praktijk als bijzonder curator kom ik deze situatie regelmatig tegen. Juridisch hebben deze kinderen alleen een moeder. Dit kan worden voorkomen als moeder aan vader toestemming geeft om het kind (laten we het “Puck” noemen) te erkennen. Maar dat doet ze niet altijd. Soms komt het er gewoon niet van. Soms wil moeder niet omdat haar relatie met vader inmiddels is beëindigd. Als ze dan een ander, bijvoorbeeld haar nieuwe vriend, Puck laat erkennen zijn de rapen meestal gaar.
De Hoge Raad heeft in 2002 (ECLI:NL:HR:2002:AE0745) beslist dat moeder niet meer aan een ander onvoorwaardelijk toestemming kan geven voor erkenning als de vader een procedure aanhangig heeft gemaakt, waarin hij om vervangende toestemming voor die erkenning vraagt. De erkenning is in die gevallen voorwaardelijk. Als de rechter besluit dat vader alsnog vervangende toestemming krijgt om Puck te erkennen, vervalt de erkenning door die ander.
Maar hoe zit dat als vader deze procedure nog niet aanhangig heeft gemaakt? Als zijn advocaat moeder wel al heeft aangeschreven dat hij zo’n procedure zal starten, maar dat nog niet heeft gedaan? Op 30 oktober jl. heeft de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2015:3196) deze vraag beantwoordt. In deze zaak is Puck in 2011 geboren. Vader besluit moeder na de bevalling even met rust te laten, maar als hij na een jaar Puck nog steeds niet mag erkennen gaat hij naar een advocaat. Deze advocaat stuurt moeder op 4 december 2012 de brief. Op 18 december 2012 erkent de nieuwe vriend van moeder Puck. Met haar toestemming uiteraard. Vanaf dit moment heeft Puck twee ouders en lijkt vader achter het net te vissen. Zijn erkenning is niet meer mogelijk, want een kind kan volgens de wet maar twee (juridische) ouders hebben.
Op 18 februari 2013 dient vader een verzoekschrift in bij de Rechtbank om Puck te mogen erkennen.
De rechters oordelen verschillend: de rechtbank wijst het verzoek van vader toe. Moeder gaat in hoger beroep. Het Gerechtshof wijst vaders verzoek af. Het Hof vindt dat vader te lang stil heeft gezeten. Daarom heeft moeder geen misbruik gemaakt van haar bevoegdheid toen zij haar vriend toestemming gaf om Puck te erkennen. In zijn conclusie bevestigt de AG dit oordeel van het Hof.
Toch vernietigt de Hoge Raad de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad vult haar eerdere uitspraak uit 2002 aan: er is ook sprake van een voorwaardelijke erkenning (door haar vriend) als de verwekker van Puck middels een brief van zijn advocaat aan moeder al om toestemming tot erkenning heeft gevraagd én Puck op dat moment nog niet door die vriend is erkend. Moeder weet op dat moment immers dat vader juridische acties zal ondernemen als zij haar toestemming niet geeft. Vader moet in dat geval wel snel in een procedure in gang zetten. Hij heeft –nadat zijn advocaat de brief heeft gestuurd- 3 maanden de tijd om een verzoekschrift in te dienen bij de Rechtbank. Dient hij dit verzoek niet of te laat in dan is de erkenning door moeders vriend alsnog definitief.
En let op vaders: als u te lang stil zit en moeders nieuwe partner Puck al heeft erkend vóór u in actie komt, dan is de kans dat u Puck kunt erkennen ook bekeken.
7 januari 2016