Het is, helaas, een bekend verhaal: Vader wordt slechter en een van de kinderen neemt de financiën over. Op een gegeven moment zit er niets anders op dan dat vader wordt opgenomen in een verpleeghuis. Na een aantal jaren overlijdt vader, en de zoon, die toch al de financiën deed, biedt aan om ook aangifte erfbelasting te verzorgen en de nalatenschap af te wikkelen. De andere kinderen vertrouwen hun broer volledig en vinden het prettig dat hij dat voor hen wil doen; zij geven ook een volmacht af.
Broer geeft aan dat er weinig meer over is van het vermogen van vader omdat er maandelijks een behoorlijk bedrag aan de overheid moest worden betaald als eigen bijdrage in de zorgkosten. De andere kinderen begrijpen dit volkomen. Maar dan valt de aanslag erfbelasting van de fiscus in de bus. Die is veel hoger dan de andere kinderen hadden verwacht: vader had toch niet zo veel vermogen meer? Telefonische informatie bij de belastingdienst leert dat de fiscus de aangifte ambtshalve heeft aangepast en de omvang van de nalatenschap op een veel hoger bedrag heeft gesteld omdat er tijdens het leven van vader geld naar de kinderen is gegaan. Deze schenkingen worden opgeteld bij het vermogen van vader bij overlijden.
Schenkingen? De andere kinderen weten niets van schenkingen en vragen aan broer hoe het zit. Na veel aandringen laat de broer weten dat hij in financiële nood verkeerde met zijn bedrijf en dat vader hem graag wilde helpen. Dus ja, hij heeft schenkingen ontvangen van vader, en vader wilde dit zo. De andere kinderen denken er anders over en vragen de gehele administratie op bij hun broer. Het blijkt dat broer grote bedragen naar zichzelf heeft overgemaakt.
Wat nu? Voor de andere kinderen is het van belang om te weten dat de broer moet bewijzen dat vader het geld heeft geschonken. Anders zijn het leningen en moet de broer de leningen terugbetalen.
Maar het kan voor de broer nog slechter aflopen. De broer heeft aangeboden om de erfenis af te wikkelen en de aangifte erfbelasting te doen. In deze aangifte had de broer moeten aangeven dat hij óf geld geleend had van vader, en er dus meer geld was om te verdelen óf dat vader hem geld heeft geschonken. Dit moet een erfgenaam vermelden in de aangifte. De broer had niets over het geld dat hij van vader had ontvangen vermeld in de aangifte. De rechter rekent dit de broer zwaar aan. De broer moet het gehele bedrag dat hij van vader had ontvangen terug betalen. De nalatenschap omvat nu veel meer, namelijk ook het bedrag dat broer weer moet terugbetalen aan de nalatenschap. Maar omdat de broer heeft gezwegen over de ‘leningen’ oordeelt de rechter dat de broer ook zijn recht, als erfgenaam, op het aandeel in het door hem terug te betalen bedrag verliest.
Spreek daarom altijd af, hoe goed de verhouding tussen de kinderen ook is, om periodiek aan de andere kinderen inzage te geven in de financiën van uw ouder als deze niet meer zelf zijn administratie doet. Uiteindelijk doet u hier iedereen een plezier mee en voorkomt u onduidelijkheid later: het ´vier ogen principe’ geldt ook binnen familieverhoudingen.
5 januari 2018